Alle organisaties, groot en klein, kunnen concurrentievoordeel halen uit de analyse van data. Ze beschikken allemaal ook over grote hoeveelheden ervan, al beseffen ze dat niet altijd: intern, maar ook extern via databanken en internet. Hoe kunnen zij dat voordeel behalen?
“Data is overal, doe er wat mee!” Dat is de boodschap die steeds vaker wordt uitgedragen. Data leeft; in de media, bij onderzoekers en op speciale events. Zelfs in de boardroom van veel organisaties ontkomt men niet aan de mogelijkheden van data. Het is gebleken dat bedrijven die strategische beslissingen en innovaties baseren op data, productiever en meer winstgevend zijn dan de concurrent die dit doet op basis van intuïtie.
De ontwikkeling van platforms en software waarmee steeds grotere sets van data – big data– te analyseren zijn, gaat maar door. Anno 2018 bestaan er aan de voorkant van al die software, platforms en ‘zeeën’ van data handige dashboards waarmee antwoorden op gerichte vragen zichtbaar te maken zijn. Veel organisaties weten dat ze ‘iets’ met die data moeten doen en zijn zich bewust van de waarde die in hun data zit. Tegelijkertijd worstelt men met de vraag hoe deze waarde hieruit te halen en de kansen aan te grijpen om hun organisatie data-driven te maken.
Alles is data
Data moet je leren zien en dan begrijpen. Dit betekent dat je in staat bent de juiste vragen te stellen. Er zijn aanbieders die bedrijven daarbij helpen door op analytics platformsde data visueel te analyseren. Iedere stap van de analyse wordt visueel weergegeven. Visuele indrukken gaan sneller en nodigen uit tot verdere analyse. Het uitgangspunt: alles is data.
Aanbieder zoeken
Belangstelling? Zoek eens rond in de eigen databases: welke zijn er, wat is er eigenlijk beschikbaar? Formuleer enkele vragen waar je via data-analyse een betrouwbaar antwoord op zou willen hebben, bijvoorbeeld om de afzet van je product of dienst een boost te geven. Belangrijk is dan wel: dat de aanbieder zich voor het zien en begrijpen van data expliciet richt op de persoon ‘in the job’; de mens, de eindgebruiker, niet zozeer op de IT-rapporteur.
Een goede aanbieder is in staat juist de gebruiker zelf ‘in gesprek’ te brengen met de data. Deze kan, met ondersteuning, leren zelf de data te zien– bijvoorbeeld met dashboards – en vervolgvragen te stellen, dus wat hij ziet ook te begrijpen. Hoe komt het dat – bijvoorbeeld – het product in regio X zoveel beter in de markt ligt dan in regio Y? Welke beslissingen zouden de afzet in regio Y kunnen verbeteren? En natuurlijk speelt de IT’er in het proces wel een belangrijke rol; hij verzamelt data en stelt ze beschikbaar op een veilige manier. En kan zo de eindgebruiker ondersteunen.
Bron: MT, (foto) Unsplash