Macro-economische effecten
Brexit kan de Nederlandse economie raken. Bijvoorbeeld omdat de uittreding leidt tot hogere kosten voor bedrijven die handeldrijven met het Verenigd Koninkrijk. Ook kan de onzekerheid tijdens de onderhandelingen negatieve effecten hebben op de economische ontwikkeling. Het economisch effect van Brexit hangt af van de vraag of er een overgangsperiode komt en welke afspraken de EU en het Verenigd Koninkrijk maken over de toekomstige handelsrelatie.
EU-afdrachten
Als de EU en het Verenigd Koninkrijk er niet in slagen om een akkoord te bereiken over terugtrekking en de financiële afwikkeling, betaalt het Verenigd Koninkrijk in het slechtste geval niet meer mee aan de EU-begroting. Deze risico’s komen dan via de Nederlandse afdrachten aan de EU voor rekening van de overige lidstaten. Als het terugtrekkingsakkoord, dat voor een groot deel in concept overeengekomen is, succesvol afgerond en goedgekeurd wordt, spelen deze risico’s niet. Het kabinet spant zich vanzelfsprekend in voor een zo goed mogelijke afloop van de Brexitonderhandelingen. Voor de volgende Europese meerjarenbegroting – het Meerjarig Financieel Kader (MFK) - leidt Brexit in elk geval tot het wegvallen van de huidige Britse bijdragen aan de EU-begroting. Daardoor loopt Nederland het risico meer te moeten bijdragen. Het kabinet zet er voor het volgende MFK op in dat het wegvallen van de bijdragen van het VK niet tot hogere afdrachten van Nederland aan de EU-begroting leidt.
Uitvoeringskosten
Brexit heeft gevolgen voor uitvoeringsinstellingen zoals de Douane en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Zij moeten meer mensen aannemen om te kunnen voldoen aan de mogelijke groei van de douaneverplichtingen door de Britse uittreding. De budgettaire gevolgen van deze extra wervingen worden dit voorjaar bekend.
Bron: Rijksoverheid, (foto) Unsplash