Wat zijn de risico’s van de MiCa?
De wereld van cryptodienstverleners wordt door buitenstaanders vaak gezien als een ongereguleerde, gevaarlijke cowboywereld waar risico’s voor consumenten op de loer liggen. Vergeleken met overige financiële takken is de cryptowereld inderdaad ondergereguleerd, blijkt ook uit de beoordeling van de EBA en ESMA. Een verordening als de MiCa heeft juist als gevolg dat risico’s worden weggenomen, in het bijzonder voor de consument. Een van de pijlers van de verordening is immers consumentenbescherming. Toch zijn er enkele consequenties, zowel voor de consument als voor de aanbieders. Voor de aanbieders kunnen deze consequenties als negatief worden ervaren, er zijn immers kosten mee gemoeid. Voor de consument brengt het echter positieve gevolgen met zich mee.
Financiële consequenties
Financiële consequenties cryptodienstverleners
Met de inwerkingtreding van de verordening zullen cryptodienstverleners moeten voldoen aan de vergunningsaanvraagvereisten als genoemd in artikel 54 lid 1 van de MiCa. Zoals hiervoor uitgelicht zullen er meerdere maatregelen en beleidsregels moeten worden opgesteld en procedures moeten worden vastgesteld om ook maar in aanmerking te komen voor een vergunning. Wat de exacte financiële consequenties hiervan zijn, zal per vergunningsaanvraag en aanbieder verschillen. Per dienstverlener zullen de nalevingslasten immers verschillen; dit is afhankelijk van de grootte van de portefeuilles en het aantal gebruikers.
Daarnaast zal er een vermogenseis gelden voor de dienstverleners. Dienstverleners moeten namelijk voldoen aan de vermogenseis van minimaal €50.000,- euro. Voor de grote spelers in de branche zou dit geen probleem moeten zijn. Voor kleine aanbieders kan dit echter een hoge drempel zijn om de cryptobranche in te gaan en een vergunning aan te vragen.Naast de genoemde €50.000,- euro dient de aanbieder te voldoen aan de overige prudentiële vermogensvereisten als genoemd in artikel 60 van de verordening. Hieronder valt ook de verplichting om een kwart van de vaste kosten van het vorige jaar te bezitten. De partijen zonder financieel vangnet worden hiermee aan de voorkant al gefilterd; partijen zonder voldoende liquiditeit zullen niet in aanmerking komen voor een vergunning.
Bij iedere gereguleerde markt is het van groot belang dat een toezichthouder de naleving van de wet- en regelgeving toetst. Het toezicht op de naleving van de MiCa is neergelegd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DBN). Voor het toezicht op de naleving zullen binnen voornoemde toezichthouders medewerkers worden aangesteld. De kosten voor de administratieve last van deze partijen is op dit moment niet begroot. Uit de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) volgt dat partijen die onder toezicht staan van de AFM en/of de DNB dit zelf zullen bekostigen. Dit betekent dus dat er voor de dienstverleners meerdere financiële consequenties zijn als gevolg van de inwerkingtreding van de MiCa.
Concreet zal de aanbieder van cryptodiensten kosten moeten maken om te voldoen aan de genoemde verplichtingen vanuit de MiCa. Dit betekent echter niet direct dat de kosten onder de streep hoger zullen uitvallen. Door de harmonisering van de wet- en regelgeving kan het zo zijn dat de kosten lager uitvallen. De wetgeving is immers in iedere EU-lidstaat gelijk. De vergunning voor een enkele lidstaat geeft de dienstverlener toegang tot de markt van alle EU-lidstaten. Hiermee kunnen compliance werkzaamheden, die in de praktijk per lidstaat kunnen verschillen, komen te vervallen.
Financiële consequenties gebruikers
Voorgaande financiële consequenties kunnen voor de gebruikers ook gevolgen meebrengen. Wanneer de kosten voor de dienstverlening omhoog gaan, door het aangescherpte toezicht, zal het winstmodel van de aanbieders mogelijk aangepast moeten worden. Dit kan betekenen dat transactiekosten verhoogd kunnen worden om de financiële consequenties te verzachten.
Toezicht
Het kabinet lijkt het voornemen te hebben de handhaving neer te leggen bij de AFM en de DNB. Wanneer dit het geval wordt, heeft de AFM, samen met de DNB, het mandaat om cryptoaanbieders een waarschuwing, boete of dwangsom op te leggen en om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie.
De feitelijke handhaving van de toezichthouders blijkt in de praktijk echter redelijk summier. Uit het jaarverslag van de AFM over 2021 blijkt dat de toezichthouder voornamelijk waarschuwingen heeft uitgedeeld. AFM-bestuurder Jos Heuvelman reageert tegenover het Financieel Dagblad: “Een paar bloedneuzen slaan kan ook, maar de zachtere aanpak werkt beter”.
Op basis van de huidige handhavingsstrategie van de betreffende toezichthouder lijken er op dit vlak geen grote risico’s te liggen voor cryptodienstverleners. Dit neemt echter niet weg dat de partijen eerst een vergunning dienen te behalen. De eisen hiervoor zijn op papier nog erg strikt. Hoe de selectieprocedure in de praktijk vorm zal nemen, is nog onduidelijk.
Conclusie
De MiCa-Verordening geeft heldere kaders voor cryptodienstverleners die zaken willen doen binnen de Europese Unie. De verordening geeft gebruikers van de diensten een verbeterde mate consumenten-en beleggersbescherming, rechtszekerheid en biedt cryptodienstverleners een gelijk(er) speelveld door de harmonisering van wetgeving en de verplichting van een vergunning voor handel binnen de EU.
Al met al is de komst van de verordening gunstig voor de consument, deze geniet immers een betere bescherming door de strenge kaders van de verordening. De komst van de verordening verkleint de risico’s voor gebruikers van cryptodiensten.
Bronnen:
- Europese Commissie over financiële diensten
- Financieel Dagblad over particuliere beleggers
- Planet Compliance over betalingstokens
- Rijksoverheid over Verordening markten in cryptoactiva
- Verordening van het Europees Parlement en De Raad
- Foto via Unsplash