Indien de pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij zal bezien moeten worden of deze voldoet aan alle wettelijke eisen. Verder speelt dan voornamelijk de vraag of alle verplichtingen uit het verleden zijn voldaan. Het gaat niet alleen om de verschuldigde premies maar ook om de toegekende pensioenaanspraken en de controle of alle werknemers wel zijn aangemeld. In de praktijk blijken nog wel verschillen tussen de toegekende pensioenaanspraken en de werkelijk opgebouwde pensioenaanspraken. Tevens zie je dat diverse werknemers afstand van deelname aan de pensioenregeling hebben gedaan terwijl dit juridisch niet mogelijk is. Deze werknemers bouwen dan wel pensioenrechten op zonder dat ze zijn aangemeld. In de toekomst loopt de werkgever het risico om te moeten opdraaien voor de schade die hieruit kan volgen.
Pensioenrisico bij overname onderneming
Bij de overname van de onderneming (activa/passiva) spelen de artikelen 7.663 en 7.664 uit het Burgerlijk wetboek (BW) een rol evenals artikel 9 uit de Pensioenwet (PW).
Artikel BW 7.663 bepaalt dat bij de overname de verkrijger van rechtswege de verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst van de werknemers overneemt. Omdat pensioen onderdeel is van de arbeidsvoorwaarden gaat deze bepaling dus ook op voor de lopende pensioenregeling. Wel is de oude werkgever nog een jaar hoofdelijk verbonden voor het nakomen van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst.
Omdat de verkrijger van rechtswege de lopende pensioenregeling overneemt en hiervoor direct aansprakelijk is zijn de antwoorden op de volgende vragen belangrijk:
- Voldoet de lopende pensioenregeling wel aan alle wettelijke eisen?
- Zij alle premies in het verleden voldaan? (Oude werkgever is nog slechts een jaar verbonden)
- Zijn alle werknemers aangemeld als deelnemer?
- Wat zijn de toekomstige financiële verplichtingen van een onderwerp als waardeoverdracht?
Indien de verkrijger met zijn werknemers een pensioenovereenkomst heeft gesloten en hij doet hetzelfde aanbod aan de werknemers die zijn overgenomen dan is artikel BW 7.663 niet van toepassing. Een en ander op grond van artikel BW 7.664.
Doordat de overgenomen werknemers nu gaan deelnemen in de lopende pensioenregeling van de werkgever zal bezien moeten worden wat hiervan het gevolg is. Telt de verstreken diensttijd mee voor het bepalen van het nabestaandenpensioen? Wat zijn de financiële gevolgen van een individuele waardeoverdracht vanuit de pensioenregeling van de verkopende partij of naar de pensioenregeling van de verkrijger? Is er behoefte aan collectieve waardeoverdracht en wat zijn hiervan de gevolgen? Maar zeer zeker ook vragen of alle verplichtingen in de oude pensioenregeling wel zijn voldaan en wat het effect is van het premievrij maken van de oude pensioenregeling (exit voorwaarden).
Indien de verkrijger onder de werkingssfeer van een BPF valt dan zullen de overgenomen werknemers ook aangemeld dienen te worden. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de werkgever juist door de overname onder de werkingssfeer komt te vallen en de overname dus niet alleen voor de overgenomen werknemers gevolgen heeft maar ook voor de eigen werknemers. En mogelijk dus ook voor de werkgever indien de premie van het BPF hoger ligt dan de premie in zijn eigen pensioenregeling. De afspraken in de arbeidsovereenkomst ten aanzien van een eventuele eigen bijdrage van de werknemers kan nu ook relevant worden.
Indien er al gedurende minimaal zes maanden een eigen pensioenregeling was op het moment dat de werkgever onder de werkingssfeer van een BPF komt, heeft de werkgever recht op vrijstelling van de verplichte deelname aan de regeling van het BPF. De lopende pensioenregeling dient dan wel actuarieel gezien gelijkwaardig te zijn dan wel te worden gemaakt. Ook dit kan aardige financiële gevolgen met zich meebrengen.
Overige aandachtspunten
Naast het feit dat de pensioenregeling van het overgenomen bedrijf aan alle wettelijke eisen dient te voldoen, zal bijzondere aandacht moeten worden besteed aan het begrip deelnemer in relatie tot de werknemers die zijn aangemeld. De afspraken in de Uitvoeringsovereenkomst en de definitie in het pensioenreglement zijn hierbij bepalend of een werknemer wel pensioenrechten opbouwt terwijl hij niet is aangemeld bij de pensioenuitvoerder. Vooral bij een pensioenregeling die door een verzekeringsmaatschappij wordt uitgevoerd kan de eventuele financiële schade voor de werkgever groot zijn. Een jonge werknemer die niet is aangemeld en overlijdt, kan een forse schadepost opleveren indien de werkgever opdraait voor de contante waarde van het levenslange nabestaandenpensioen.
Een soortgelijke situatie kan zich voordoen op basis van de Wet gelijke behandeling als blijkt dat de omschrijving van het begrip deelnemer strijdig is met de eis van gelijke behandeling. Dit doet zich voornamelijk voor indien de pensioenregeling niet openstaat voor alle werknemers.
Hoewel de Raad voor de jaarverslaglegging (RJ) geen gevolgen heeft voor de verschuldigde pensioenpremie kunnen de bepalingen op het vlak van pensioen (RJ 271.3) wel grote gevolgen hebben voor de balans van de onderneming, of die van de verkrijger, waardoor leningen en/of opdrachten gevaar lopen. Indien uit de pensioenregeling grotere verplichtingen voortvloeien dan op dit moment zijn veilig gesteld, zal hiervoor een voorziening op de commerciële balans moeten worden opgenomen. Dit terwijl mogelijk helemaal geen sprake is van een premieachterstand.
Bij een aandelenovername speelt het pensioen van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) mogelijk nog een rol. Indien dit namelijk is opgebouwd in de onderneming waarvan de aandelen zijn overgenomen dan is het goed om te weten dat de werkelijke kostprijs van het pensioen een stuk hoger ligt dan de fiscale pensioenvoorziening op de balans. Voor de verkoper is het goed om zich te realiseren dat zijn pensioen nu in een onderneming zit waarvan hij geen aandeelhouder meer is. Dit kan een reden zijn om het pensioenrecht uit de onderneming te halen, enkel is de fiscale pensioenvoorziening hiervoor absoluut niet toereikend. De vraag is dan wie het tekort aan pensioenvermogen aanzuivert.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat het onderwerp pensioen bij een overname de nodige aandacht verdient. Vooral indien de lopende pensioenregeling wordt overgenomen, is grondig onderzoek naar de financiële gevolgen hiervan een absolute must.
De eventuele verplichte aansluiting bij een BPF en de daaruit mogelijke financiële gevolgen van het begrip deelnemerschap mogen niet onderschat worden.