Op 29 maart 2017 riep het Verenigd Koninkrijk artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie aan. Door deze procedure in gang te zetten, kan een lidmaatschap uit de Europese Unie (EU) treden. Hierna volgde voor het Verenigd Koninkrijk een lange periode van onderhandelingen en uiteindelijk de Brexit. Welke gevolgen heeft het uittreden uit de Europese Unie? Wat zijn de risico’s?
Economische risico’s
Einde aan vrije handel met Europese Unie
Een van de belangrijkste voordelen aan de Europese Unie is de interne vrije handel. Het verdwijnen van de interne grenzen zorgt ervoor dat de welvaart in de lidstaten toeneemt. Zo berekende het Centraal Planbureau (CPB) dat het nationaal inkomen van Nederland in 2009 wel 6 tot 8 procent hoger lag dan in 1970, dankzij de afspraken die zijn gemaakt over vrije handel. Voor uittredende landen verdwijnt dit voordeel. Zij kunnen niet langer profiteren van de vrije handel binnen de EU.
Problemen bij het sluiten van handelsovereenkomsten
Wanneer een land de Europese Unie verlaat, dan zal het land zelfstandig handelsovereenkomsten moeten sluiten met derde landen. Als zo’n derde land al een handelsovereenkomst heeft met de EU, dan is het veel minder aantrekkelijk voor het derde land om ook nog te onderhandelen met het vertrekkende land. Het gevolg daarvan is dat het vertrekkende laat veel minder handelsovereenkomsten heeft dan voorheen in de EU, waardoor de handel kan worden bemoeilijkt en de economie kan worden geschaad.
Afname van aantrekkelijkheid investeringsklimaat
In de Europese Unie bestaat een aantrekkelijk klimaat voor bedrijven om zich daar te vestigen. De bedrijven hebben dan namelijk toegang tot een markt van honderden miljoenen Europese consumenten, door het wegvallen van de interne grenzen. Als een land echter de EU verlaat, dan verdwijnt dit voordeel en zullen veel bedrijven vanuit het vertrekkende land verhuizen naar een land dat nog wel behoort tot de EU. Het vertrek van bedrijven kan een enorm verwoestende invloed hebben op de binnenlandse economie van het betreffende land. Bovendien zullen ook veel minder nieuwe bedrijven zich vestigen in het vertrekkende land.
Personeelstekorten en problemen bij de bevoorrading
Door het vertrek uit de EU, wordt een land minder aantrekkelijk voor werknemers. Een goed voorbeeld zijn de recente personeelstekorten in het Verenigd Koninkrijk. Zo zijn er personeelstekorten bij pluimveehouders. Nog veel ernstiger zijn de tekorten aan vrachtwagenchauffeurs. Doordat er te weinig chauffeurs zijn, is er niet genoeg mankracht om het land te voorzien van benzine. De brandstof is er wel, maar het transport ervan vormt een probleem. Door het dreigende tekort aan benzine ging een deel van de bevolking hamsteren, met als gevolg dat veel benzinepompen moesten sluiten vanwege een tekort. De organisatie van onafhankelijke tankstations PRA meldde dat in sommige regio’s wel 50 tot 90 procent van de benzinepompen leeg was. Om het probleem op te lossen, stelt het Verenigd Koninkrijk enkele duizenden visa’s beschikbaar voor vrachtwagenchauffeurs. Deze visa’s zijn echter tijdelijk en bovendien moet men behoorlijk lang wachten aan de grens door de grenscontroles (die nodig zijn sinds uittreding uit de EU). Dit leidt ertoe dat veel Europese vrachtwagenchauffeurs het werken in het Verenigd Koninkrijk onaantrekkelijk vinden. Het is onpraktisch en het biedt geen zekerheid.
Kwetsbaarder voor schommelingen
Recent is er een explosieve stijging in de gasprijs waar te nemen. Hoewel alle Europese landen daar last van hebben, is de problematiek bij de Britten een stuk ernstiger. Zij maken geen onderdeel meer uit van de Europese energiemarkt, waardoor ze extra kwetsbaar zijn voor schommelingen op de wereldmarkt.
Politieke en bestuurlijke risico’s
Invloed op politieke beslissingen neemt af
Nadat een vertrekkend land de artikel 50-procedure in gang heeft gezet, starten de onderhandelingen. In deze periode, die tot wel twee jaar kan duren, maakt het land nog steeds onderdeel uit van de EU. Het kan echter zo zijn dat politici van de overige lidstaten de standpunten van het vertrekkende land als minder belangrijk zien, omdat het land binnenkort toch zal vertrekken. Het is daarom wellicht lastiger om wetgeving te beïnvloeden, terwijl deze beslissingen de resterende periode nog wel invloed zullen hebben op het land.
Belemmering van vrijheid van burgers
In de EU kunnen burgers vrij reizen, wonen, werken en studeren. De Europese samenwerking stelt de burgers in staat om de grenzen te passeren zonder controles en om kennis op te doen in alle delen van de EU. Het is niet nodig om een visum aan te vragen, om van munteenheid te wisselen of om werkvergunningen te verkrijgen. Als een land de EU verlaat, dan verdwijnen deze vrijheden. De burgers worden beperkt in hun doen en laten en zijn veel meer tijd, geld en moeite kwijt aan het ondernemen van buitenlandse reizen.
Geen bijdrage meer aan gezamenlijke aanpak
Problemen als klimaatverandering, voedselveiligheid en energievoorziening worden in de EU gezamenlijk aangepakt, door samenwerking en regelgeving. Een gemeenschappelijke oplossing kan effectiever zijn, doordat de landen met hun kennis en geld samen sterker staan. Een vertrekkend land zal worden uitgesloten van deze gezamenlijke aanpak en moet dergelijke problemen individueel zien op te lossen.
Bronnen: