Waarom toezicht en waarom SSM?
De recente financiële crisis heeft laten zien hoe snel en krachtig problemen in de financiële sector zich kunnen verspreiden, vooral binnen een monetaire unie, en hoe deze problemen burgers in het gehele eurogebied rechtstreeks kunnen raken. Voor de EU-landen die niet deelnemen aan het SSM, zullen de ECB en de desbetreffende nationale toezichthouders in een zogeheten memorandum van overeenstemming uiteenzetten hoe zij op het vlak van toezicht zullen samenwerken.
Als onafhankelijke EU-instelling houdt de ECB vanuit Europees perspectief toezicht op banken door:
- Te zorgen voor een gemeenschappelijke aanpak van het dagelijkse toezicht;
- Geharmoniseerde toezichtsacties te ondernemen en corrigerende maatregelen te treffen;
- Het waarborgen van de consistente toepassing van verordeningen en toezichtsbeleid.
Dit alles om het vertrouwen in de Europese bankensector te herstellen.
Wat houdt het bankentoezicht in?
De ECB is samen met de nationale bevoegde autoriteiten verantwoordelijk voor de effectieve en consistente werking van het SSM. Zij heeft de bevoegdheid om:
- Toezichtscontroles te houden en inspecties ter plaatse en onderzoeken uit te voeren;
- Bankvergunningen te verlenen of in te trekken;
- De aankoop en verkoop van gekwalificeerde deelnemingen door banken te beoordelen;
- Te zorgen voor naleving van de prudentiële regels van de EU;
- Hoge kapitaalvereisten (“buffers”) vast te stellen om zo financiële risico’s tegen te gaan.
Significante banken
Op ‘significante’ banken oefent de ECB het directe prudentiële toezicht uit. Dit betekent dat de ECB toezicht houdt op onder meer de solvabiliteitsvereisten en de liquiditeitsvereisten van dergelijke banken en dat zij de bestuurders en toezichthouders van deze banken toetst. Significante banken zijn onder meer banken waarvan de totale waarde van hun activa meer dan € 30 miljard bedraagt. De volgende Nederlandse banken zijn aan te merken als significant:
- ABN AMRO Group N.V.
- ING Bank N.V.
- Rabobank Group
- SRH N.V. (vroegere SNS)
- NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank)
- Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB Bank)
- RFS Holdings N.V. (Royal Bank of Scotland)
Op de overige – minder significante – banken blijft de nationale toezichthouder (in Nederland is dit DNB) het directe toezicht uitoefenen, maar oefent de ECB desalniettemin grote invloed uit. Zo is voor bepaalde besluiten (zoals het intrekken van een bankvergunning en het goedkeuren van de overname van een bank) een besluit van de ECB vereist. Ook kan de ECB het toezicht op minder significante banken naar zich toe trekken. De ECB oefent niet het gedragstoezicht uit op banken; in Nederland blijft de AFM verantwoordelijk voor het gedragstoezicht op alle – significante en minder significante – banken.
De overheveling van de taken van DNB naar de ECB heeft er niet toe geleid dat het toezicht van DNB op Nederlandse banken in 2015 op alle terreinen is afgenomen. Een ontwikkeling springt in het oog. DNB heeft in toenemende mate belangstelling voor de governance van banken en andere financiële ondernemingen.
Waarom toezicht?
Financieel toezicht vloeit voort uit het corrigeren van marktfalen. Deze economische redenen impliceren ook sociale redenen, maar doordat het financieel toezicht in de jaren voor de kredietcrisis onvoldoende mate van financiële stabiliteit heeft weten te bewaken, zijn publieke belangen in ernstige mate geschaad. Met het oog op het waarborgen van het publieke belang, is financiële stabiliteit vandaag de dag hét kernthema van financieel toezicht. Daarbij wordt benadrukt dat de financiële sector dienstbaar moet zijn: hij is er om economie en samenleving te dienen en niet andersom.
Bron: Redactie Riskworld, Rijksoverheid, NJB 2016/747, Ondernemingsrecht 2015/111, bankingsupervision.europa.eu