Wat is een coup en wanneer is deze succesvol?
De onderzoekers definiëren een coup als volgt: een illegale en duidelijke poging, door het leger of andere leden van het bestuurlijk en ambtelijk apparaat, om het huidige staatshoofd af te zetten.
Er is begonnen met bepalen wie het doelwit van een staatsgreep is. In eerdere onderzoeken wordt het staatshoofd als centrale doelwit genoemd, wat in deze definitie ook wordt gehanteerd.
Definities van de coupplegers lopen meer uiteen. Zo worden onder andere bewapende macht, georganiseerde groepen, militairen, civiele ambtenaren, ‘gewone burgers’ genoemd. In dit onderzoek wordt, wanneer het gaat over de plegers van de staatsgreep, gesproken over ‘iedereen die onderdeel is van het bestuurlijk en ambtelijk apparaat’. Hieronder vallen zowel het leger, als ambtenaren. Buitenlandse overheden kunnen volgens dit onderzoek een ondersteunende rol spelen, maar geen initiërende. Hier wordt ook expliciet bij gezegd dat couppogingen waar buitenlandse een te grote rol bij spelen, niet zijn opgenomen.
Vervolgens is gekeken naar het plan en de toegepaste ‘tactieken’. Hierbij gelden als criteria dat de activiteit illegaal moet zijn, en dat geweld geen vereiste is. In eerdere onderzoeken zijn criteria als ‘dreiging van geweld’ of ‘geen doden’ gehanteerd. Hier wordt geen minimumaantal doden genoemd, omdat dit verwarring met burgeroorlogen kan opleveren. Hoewel veel couppogingen burgeroorlogen tot gevolg hadden, verliepen de couppogingen zelf vooral zonder dodelijke slachtoffers (Powell & Thyne, 2011).
Wanneer is een coup succesvol te noemen? Volgens het artikel is een coup geslaagd als de plegers zeven dagen of langer de macht vast weten te houden, iets wat consistent is met het criterium uit andere onderzoeken. Deze zeven dagen-grens is vrij willekeurig te noemen. Een beter criterium zou zijn geweest: “een installatie van macht die in lijn is met de coupplegers”. Praktisch gezien zou dit echter problemen opleveren. Het komt met enige regelmaat voor dat coupplegers niet zelf de macht willen, maar alleen het politieke systeem en klimaat willen veranderen. In dit geval kan een succesvolle coup ook nieuwe verkiezingen betekenen.
Waar en wanneer komen coups voor?
Tussen 1950 en 2010 zijn er in 94 landen couppogingen geweest. De meeste hiervan hebben in Afrika en Amerika plaatsgevonden (36.5% en 31.9%). Hierna volgen Azië en het Midden-Oosten met respectievelijk 13.1% en 15.8%. In Europa komen verreweg de minste coups voor, met maar 2.6% van het totaal.
Bolivia is het land met de meeste pogingen, daarop volgt Argentinië met Haïti als derde plek.
Over het algemeen is een daling van het aantal couppogingen te zien. Tijdens de midden jaren ’60 is een piek te onderscheiden, waarna in de midden jaren ’70 en begin jaren ’90 ook nog kleinere pieken te zien zijn.
Tussen 1963 en 1966 hebben 12 succesvolle couppogingen plaatsgevonden. Ook tijdens het eind van de jaren ’70 zijn relatief veel succesvolle staatsgrepen te onderscheiden met drie tot negen per jaar. Over de gehele onderzoeksperiode genomen zijn 48% van de pogingen succesvol geweest. Vooral tijdens de jaren ’70 en ’80 is het percentage hoog, daarna is er een dalende trend geweest. Er is echter een nieuwe piek te zien, startende in 2003. Sinds 2003 zijn 67% van de couppogingen succesvol geweest (twaalf van de achttien). Het aantal succesvolle staatsgrepen neemt dus toe, hoewel het totale aantal afneemt.
Bron: NRC, Financieel Dagblad, Powell & Thyne (2011) (Universiteit van Kentucky)