Voordat wetgeving tot stand komt in Nederland wordt het wetsvoorstel uitvoerig besproken door de regering, het parlement en de Raad van State. Het komt dus bijna niet voor dat een wet in strijd is met de Grondwet. Er kan wel discussie ontstaan over hoe een wet moet worden geïnterpreteerd. Conform de Grondwet vertegenwoordigt de Staten-Generaal het gehele volk. Moet de interpretatie van de Grondwet dan overgelaten worden aan de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging of een benoemde rechter?
Tevens leidt het toetsingsverbod tot meer rechtszekerheid. De burger heeft rechtszekerheid over de grondwettigheid van een wet en kan erop vertrouwen dat een wet niet buiten werking wordt gesteld.
Daarnaast mag een rechter – vanwege de Trias Politica – niet op de stoel van de wetgever gaan zitten. Door de rechter een wet te laten toetsen aan de Grondwet komt wellicht zijn taak als onafhankelijk arbiter in gevaar, omdat politieke keuzes zijn verbonden aan het interpreteren van de Grondwet.
Voor de afschaffing van het toetsingsverbod
Voorstanders zijn van mening dat de toetsingsbevoegdheid een rechterlijke functie veronderstelt. Deze stelling vormt in veel landen de grondslag van de rechterlijke toetsingsbevoegdheid, bijvoorbeeld in de VS. In de VS staat dit niet opgenomen in de grondwet, maar vloeit het voort uit de jurisprudentie dat het de taak van de rechter is om het recht toe te passen op de feiten.
Volgens Thorbecke – grondlegger van de parlementaire democratie – moest het toetsingsverbod in 1848 niet in de Grondwet worden opgenomen omdat “de Grondwet […] ophouden Grondwet te zijn”; het zou de gewone wetgever boven de Grondwet plaatsen. Thorbecke veronderstelde dat regels alleen worden nageleefd als zij door een derde worden gehandhaafd.
Daarnaast is het eigenaardig dat de rechter – conform artikel 94 Grondwet – wel kan toetsen aan verdragen, maar niet aan onze Grondwet. En dat terwijl de Grondwet toch vergelijkbare rechten kent zoals de verdragen en daarnaast neemt het internationaal recht door het toetsingsverbod een belangrijke plaats in in ons rechtssysteem.
De Nederlandse staatsinrichting is gebaseerd op de ‘trias politica’ (scheiding der machten). De voorstanders bepleiten dat, door invoering van de constitutionele toetsing, een afschaffing voor meer evenwicht zal zorgen binnen de trias politica; de Tweede Kamer als wetgevende macht, de regering als uitvoerende macht en de (constitutionele) rechter als controlerende/rechtsprekende macht. De mogelijkheid bestaat dat de wetgever strijdigheid met de Grondwet niet opmerkt, wat gemakkelijk hersteld zou kunnen worden als een rechter achteraf de mogelijkheid krijgt om de wet te toetsen aan de Grondwet en te vernietigen indien de wet daarmee in strijd is.
Wijzigen?
Bij de invoering van constitutionele toetsing zal er moeten worden besloten of de toetsing vooraf, achteraf of op beide momenten kan plaatsvinden. Tevens zal zich de vraag voordoen welke rechter bevoegd is om te toetsen, (een gewone rechter of een speciaal Hof). Sint-Maarten kent een Consititutioneel Hof, dat in 2013 zijn eerste arrest heeft gewezen. Dit arrest geeft ongeveer weer hoe constitutionele toetsing in Nederland eruit zou komen te zien.
Tevens is van belang wie een procedure tot toetsing kan starten. Wordt het de gewone burger of moet een dergelijke vraag vanuit de politiek komen? In Duitsland hebben burgers de mogelijkheid om het ‘Bundesverfassungsgericht’ in te roepen, in tegenstelling tot in Frankrijk waar alleen politieke organen het Conceil om een oordeel kunnen vragen.
Femke Halsema heeft een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het toetsingsverbod af te schaffen. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, dan krijgt de rechter de bevoegdheid formele wetten te toetsen aan een aantal in de Grondwet genoemde klassieke grondrechten, zoals het discriminatieverbod en vrijheid van meningsuiting. Het wetsvoorstel bepleit dat constitutionele toetsing moet gaan behoren tot de taakuitoefening van iedere rechter die in een concreet geschil wordt geconfronteerd met mogelijke strijdigheid tussen een wet en een grondrecht. Deze manier is gekozen omdat dit stelsel ook wordt aangehangen voor de toetsing van verdragen. Als rechters mogen toetsen aan de Grondwet, dan wordt de Grondwet een levendiger document omdat de Nederlandse bevolking dan veel meer rechten kan ontlenen aan deze wet.
Bron: Parlement & Politiek, Rechtspraak