Met de voortdurende evolutie van de financiële technologie zet Europa stappen om een digitale euro te introduceren, een initiatief dat belooft de manier waarop transacties worden uitgevoerd te veranderen. Er komen alleen ook bepaalde zorgen naar boven met deze nieuwe technologie, vooral als het gaat om de privacy van gebruikers.
Discussies en adviezen van belangrijke Europese privacy-instanties hebben enkele punten aan het licht gebracht die moeten worden aangepakt. Terwijl het voorstel van de Europese Commissie veel aandacht besteedt aan databescherming, is er een algemeen akkoord dat er ruimte is voor verbetering.
De vraag ligt in de technische opzet van de digitale euro. Het systeem, zoals voorgesteld, zou gebruikers voorzien van unieke identifiers, waarmee transacties worden verwerkt. Hoewel efficiënt, roept deze aanpak vragen op over de hoeveelheid en het type data dat wordt verzameld, en wie toegang heeft tot deze informatie.
Technische Implementatie en Mogelijke Risico's
Een belangrijk punt is het gebruik van unieke identifiers voor iedereen die gebruik gaat maken van digitale euro’s met een account. Dit helpt bij het checken van transacties en het tegengaan van fraude. Maar elke keer dat u iets koopt of verkoopt, worden gegevens van de transactie opgeslagen. Dit roept vragen op: Wie ziet deze informatie in? Hoe wordt het bewaard en gebruikt?
Daarnaast is er een idee om een centraal punt te maken waar alle transacties doorheen gaan. Dit kan gedaan worden door de Europese Centrale Bank alleen of samen met andere banken. Dit klinkt misschien handig, maar het kan ook een plek worden waar heel veel gevoelige informatie samenkomt. Als deze informatie niet goed wordt beschermd, kunnen er problemen ontstaan.
Ook is er de vraag over hoe banken fraude en witwassen tegengaan. Het is goed dat banken hierop letten, maar het huidige plan zou banken toestaan heel veel data te bekijken. Sommige mensen/instanties vragen zich af of dit niet te ver gaat.
Aanbevelingen door privacy toezichthouders
Privacy toezichthouders, waaronder Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens en de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit, hebben enkele tips gegeven om ervoor te zorgen dat onze gegevens veilig blijven.
Een groot punt van discussie is hoe banken fraude en witwassen tegengaan (Anti Money Laundering (AML) en Counter-Financing of Terrorism (CFT)). Natuurlijk willen we dat banken dit soort problemen voorkomen. Maar hoe ze dat doen, kan invloed hebben op onze privacy. De huidige plannen zijn niet altijd duidelijk over welke gegevens banken mogen bekijken en hoe vaak. Sommige toezichthouders zeggen dat banken alleen de echt nodige informatie moeten gebruiken en niet meer.
Ook is er het idee van een 'privacyondergrens'. Dit zou betekenen dat voor kleine betalingen, banken niet alle gegevens hoeven te controleren. Dit kan helpen om ervoor te zorgen dat niet al onze aankopen worden bekeken.
Hoewel de tips van de toezichthouders niet verplicht zijn, kunnen deze wel helpen om de digitale euro beter en veiliger te maken. Als de Europese Commissie wat het wetvoorstel heeft gemaakt niet goed oplet, kan de nieuwe munt in strijd zijn met onze privacyrechten. De waarschuwingen van deze toezichthouders zijn niet te negeren. Ondanks dat deze aanbevelingen niet bindend zijn, zijn er waarschijnlijk gevolgen als ze worden genegeerd. Als het uiteindelijke ontwerp van de digitale euro in strijd is met de Europese privacywetgeving, kunnen er niet alleen boetes worden opgelegd, maar kunnen er ook wijzigingen worden afgedwongen.
Bronnen