De kwaliteit van wet- en regelgeving had Galles aandacht al toen ze haar loopbaan startte als advocaat in de fusie- en overnamepraktijk van het toonaangevende advocaten- en notariskantoor Holland van Gijzen, Rotterdam. Daar stelde ze contracten op die onder meer dienden als een firewall tegen juridische risico’s. "Maar ook toen was de vraag ‘hoever ga je daarin?’ voor mij al relevant. Je moet niet tot elke prijs strikte regels willen opstellen, maar ook hebben nagedacht over hoe die werken zodra er iets gebeurt. Zijn ze dan toekomstbestendig en praktijk-proof?”
Later zou ze overstappen naar de wetenschap om zich in de onderwerpen financieel recht en corporate governance te verdiepen. Er kwamen turbulente crises voorbij. De kredietcrisis van 2008 zag ze uitmonden in een vertrouwenscrisis met als gevolg een groei acceleratie aan zowel strikte regels als het toezicht daarop. Een belangrijke onderzoeksvraag voor Galle werd hoe je een goed kader van regels opstelt waarbinnen organisaties ruimte overhouden om te kunnen blijven ondernemen. “Anders gezegd; ik hield mij bezig met de vraag: hoe kom je tot juridisch maatwerk? Niet iedere organisatie is immers hetzelfde.”
Maatwerk mitigeert risico’s
Uiteindelijk promoveerde Galle op de Corporate Governance Code, op het ‘pas toe of leg uit’-principe. “Ik constateer dat we steeds meer principal based regelgeving krijgen. Een uitstekende zaak, want bepaalde basisprincipes moeten uiteraard gelden. Het bijkomende voordeel van principal based is dat je de concrete uitwerking van regels kunt richten op de specifieke behoeften van een onderneming of persoon. Waardoor je beter met specifieke risico’s kunt omgaan omdat je ze beter kunt mitigeren.” Daarmee komen we bij een van haar stokpaardjes, namelijk dat maatwerk het continue streven van regelgevers zou moeten zijn. “Vandaar ook dat de duimstok me zo dierbaar is. Want je kunt met regelgeving alleen het optimale bereiken wanneer die berust op een duidelijke ratio. Goede regels zijn gebaseerd op een heldere onderbouwing en worden vanuit een duidelijke noodzaak ontwikkeld. Als je daarbinnen dan ook nog een soort maatwerk kunt aanbrengen, is dat helemaal mooi.” Voor dat maatwerk hanteert Galle graag een term uit de confectiewereld: made to measure. Of in de context van haar specialisme: made to measure corporate governance. Voor dit principe zal ze later nog een brug slaan naar risicomanagement.
Goed onderbouwde wetgeving is overigens allesbehalve vanzelfsprekend, waarschuwt Galle. “Waar we voor moeten uitkijken is overregulering en regulering vanuit louter politieke motivaties. Aangezien regelgeving in principe nooit af- maar altijd toeneemt, is het zaak steeds kritisch te kijken naar waarom je bepaalde regels wilt. Als er een goede reden is, prima. Maar draag die vervolgens ook actief uit. Alleen zo creëer je draagvlak voor nieuwe regelgeving of nieuw beleid. Op die manier kunnen bijvoorbeeld directies ook onder eigen personeel draagvlak creëren voor nieuw beleid, soms ingegeven door die regelgeving. Vertel dus waaróm je iets wilt.”
Dat kun je ook breder trekken naar toezicht. Vanwege het uitdijend aantal toezichthouders een zowel actueel als relevant vraagstuk. “Met de ACM, DNB, AFM en AP wordt er op de financiële sector al volop toezicht gehouden. Doordat we steeds meer nationale en internationale toezichthouders krijgen, is focus op goede samenwerking tussen toezichthouders onderling noodzakelijk om het risico voor overlap of juist het ‘toezichtshoppen’ te voorkomen. Tevens moet de focus liggen op een helder toezichtsbeleid op de onder toezichtgestelden. Tegelijkertijd moeten toezichthouders niet op afstand komen te staan. Je wilt voorkomen dat onder toezicht staande partijen niet weten naar wie ze toe moeten gaan. Je wilt immers een dialoog gaande krijgen en houden tussen toezichthouders en de sectoren waarop ze toezien.”
Niet stil gaan zitten maar blenden
In haar hoedanigheid als directeur van het twee jaar geleden opgerichte onderzoeks-, onderwijs- en netwerkcentrum ICFG, maar ook als docent Financieel recht, heeft het Galle verbaasd wat de side effects van de coronacrisis waren. De snelle sprongen in de digitalisering van het onderwijs waren voor haar een positieve verrassing. Zaken waar we jaren tegenop hikten, konden ineens binnen een maand geregeld worden. De andere kant van de medaille werd óók zichtbaar, maar pas toen het stof van de uitbraak wat neerdaalde. “Aan het begin van de crisis probeerden we met zijn allen vooral door te zetten. Enige tijd na de corona uitbraak werd me duidelijk hoe groot en hoe verschillend de feitelijke impact op mensen is. De een vond thuiswerken een kriem, de ander een verademing. De een ging in de flow mee, de ander had daar veel moeite mee.”
Het hele interview van Annika lezen? Download het Consignium magazine, de bijlage staat links in het gele vlak.
Bron: (C) Consignium, Baart Koster
Download bijlagen
Je moet lid zijn van Riskworld om bijlagen te downloaden. Word gratis lid of log in.